Hoogwater juli 2021: "Samen dag en nacht gewerkt om Noord-Limburg te beschermen"


Hoogwater juli 2021 in Well

Duizenden mensen waren afgelopen juli dagenlang in touw tijdens het hoogwater in Limburg. Van waterschap tot bewoners, van hulpdiensten tot veiligheidsregio’s: iedereen zette alles op alles om de dorpen te beschermen. Inspecteur Ivo van Enckevort en hoofd crisiscommunicatie Christel Knoops vertellen hoe zij het hoogwater beleefden. “Op een gegeven moment konden we alleen nog maar hopen dat de dijken het zouden houden.”

Ivo van Enckevort, inspecteur bij Waterschap Limburg, maakte in het verleden al eens hoogwater mee. Maar dat was niets vergeleken bij het hoogwater dat Limburg in juli overviel. “Het water kwam enorm snel”, vertelt Ivo. “We dachten eerst dat het bij ons mee zou vallen, want het regende minder hard dan verwacht. Maar onze collega’s in het zuiden waarschuwen ons dringend. ‘Bereid je maar voor, want het water komt eraan’, zeiden ze. Het voordeel voor Noord-Limburg is dat wij meer voorbereidingstijd hebben. Als het hoogwater vanuit het zuiden onderweg is, hebben wij ongeveer drie dagen de tijd om actie te ondernemen.”

Iedereen ging door

Samen met zijn collega’s ging Ivo aan de slag. Zes dagen was hij vanaf half acht ’s ochtends aan het werk, vaak tot diep in de nacht. Hij zette onder andere de afsluiters in de dijken dicht, controleerde de waterkeringen, plaatste samen met de aannemer waterpompen en coupures, volgde meldingen op, hielp nooddijken aanleggen en controleerde waterstanden. “Heel veel werk, maar de samenwerking met aannemer, politie, brandweer, gemeenten, Defensie en andere partners was heel goed”, zegt Ivo. “Er kwamen collega’s uit het hele land helpen. Mensen stonden twaalf uur lang zandzakken te vullen en hielpen daarna nog drie uur om ze op de dijk te leggen. Iedereen ging maar door en niemand klaagde.”

Boze reacties

Ivo is ook erg te spreken over de hulp van de honderden vrijwillige dijkinspecteurs, bewoners die het waterschap hielpen om de dijken in de gaten te houden. “Dat was heel fijn”, zegt Ivo. “Maar helaas gingen er ook dingen minder goed. De ramptoeristen waren bijvoorbeeld heel vervelend en ik schrok van de bedreigingen van bewoners, die aankondigden dat ze me thuis zouden opzoeken als de dijken het niet zouden houden. Mijn collega’s en ik zijn verschillende keren klemgereden door boze mensen. Ik begrijp dat mensen bang waren, maar we deden echt alles wat we konden. Die boze reacties hebben best impact gehad.”

Alleen nog hopen

Toen alle afsluiters dicht waren, de coupures waren geplaatst, mensen waren geëvacueerd en de dijken waren versterkt, bleef er maar één ding over: hopen dat de dijken het zouden houden. “Ik was vooral bang dat de dijken rond Well en Arcen niet hoog genoeg zouden zijn”, zegt Ivo. “Op een gegeven moment stroomde er 3200 kuub water per seconde door de Maas en ik zag het water doorstijgen. Ik hoopte maar dat de twee extra lagen zandzakken op de dijk in Well genoeg zouden zijn. Het ging nét goed. Als de dijk het niet had gehouden, was ik zelf ook meegesleurd door het water, want ik stond er met mijn neus bovenop.”

"Mensen stonden twaalf uur lang zandzakken te vullen en hielpen daarna nog drie uur om ze op de dijk te leggen. Iedereen ging maar door en niemand klaagde."

Ivo van Enckevort

Ivo van Enckevort, inspecteur bij Waterschap Limburg

Informatie en communicatie

Terwijl Ivo buiten alles deed wat hij kon, werkte Christel Knoops samen met een groot aantal collega’s in het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC) in Venlo bij Veiligheidsregio Limburg-Noord aan de informatievoorziening rond het hoogwater. Christel is één van de hoofden crisiscommunicatie van de veiligheidsregio. “Ik was verantwoordelijk voor het coördineren van de communicatie rond het hoogwater”, vertelt Christel. “Normaal vindt een crisis plaats op één plek en dan kun je de communicatie duidelijk stroomlijnen en richten. Nu vond de crisis plaats in heel Limburg en dat betekende dat we keuzes moesten maken. Welke partner communiceert wat en wanneer? We besloten al snel om twee persconferenties per dag te houden, zodat we de pers op vaste momenten konden informeren. De communicatie over lokale evacuaties belegden we bij de gemeenten.”

Fake news

Het coördineren van de communicatie uit Limburg-Noord was een enorme klus. De veiligheidsregio kreeg hulp van externe crisiscommunicatieadviseurs en communicatieadviseurs van veiligheidsregio’s in het hele land. Bij minder omvangrijke crises voeren gemeentelijke communicatiemedewerkers de crisiscommunicatie uit. Nu waren zij dringend nodig in hun eigen (Maas)gemeenten. “We moesten continu scherp zijn en de juiste informatie naar boven halen”, zegt Christel. “Het was steeds schakelen met alle betrokkenen: welke informatie hebben we nodig en van wie? Wat kunnen we naar buiten brengen? Hoe zorgen we dat alles klopt? De informatie op social media moest hetzelfde zijn als de woordvoering naar de pers. Ook vragen van bewoners moesten volgens die lijn beantwoord worden. Het was daarom vervelend dat we te maken kregen met fake news. Foute informatie via social media zorgde helaas voor veel onnodige onrust.”

Water sneller dan verwacht

Christel had dienst toen bleek dat de timing van de watergolf anders was dan verwacht en dat de piek eerder zou komen. Dat betekende dat de evacuaties naar voren moesten worden gehaald, inclusief alle communicatie richting inwoners die daarvoor nodig is. “Opeens loop je dan achter de feiten aan en moet je razendsnel actuele en juiste informatie verzamelen”, zegt Christel. “Wij kunnen alleen communiceren als we zeker weten hoe het zit, maar ondertussen kregen we veel vragen van ongeruste burgers. Dat was spannend. Ik ben heel trots op de manier waarop alle betrokkenen samenwerkten. Zowel in het coördinatiecentrum als buiten in het veld.”

"We besloten al snel om twee persconferenties per dag te houden, zodat we de pers op vaste momenten konden informeren."

Christel Knoops

Christel Knoops, hoofd crisiscommunicatie Veiligheidsregio Limburg-Noord

Ruimte voor de rivier werkte

De vele dijksterkingsprojecten van Waterschap Limburg zorgden er mede voor dat Noord-Limburg droog bleef. “Dit jaar leverden we ons project bij Ooijen-Wanssum op”, zegt Ivo. “Dankzij de nieuwe Maasgeul kreeg de rivier meer ruimte en dat werkte. Dit hoogwater heeft echt bewezen dat we ons moeten blijven voorbereiden op dit soort extreme omstandigheden.” Christel: “Hoogwater leek bijna iets uit het verleden. Ik woon zelf aan de Maas en ik dacht ook wel eens: ‘moet die dijk nu écht zoveel hoger worden?’. Maar toen ik na een dag in het crisiscentrum zelf moest evacueren, wist ik weer: het kan niet anders. Dit hoogwater liet zien hoe belangrijk het is om je voor te bereiden op de risico’s die er zijn rond je woonplaats. In Limburg zie je dat de meeste mensen het water kennen. Ze zijn zelfredzaam en gaan samen aan de slag om hun dorpen te beschermen. Die saamhorigheid is heel mooi.”