Zoeken - Zoekresultaten

Op veel plekken langs dijken en kades komt kwelwater voor. Dit is een normaal verschijnsel. Door de druk van de Maas, kan er water onder de dijk door gaan stromen. Als kwelwater zand meevoert, noemen we dit een wel. Dit zand kan afkomstig zijn uit de dijk, waardoor de dijk verzwakt. Er ontstaat dan vaak een kratertje van zand rond deze plek, vergelijkbaar met een vulkaan. Als u dit ziet, bel dan meteen het waterschap: 0800 - 0341 (24 uur per dag). Een specialist van het waterschap inspecteert de situatie ter plekke, zodat indien nodig maatregelen genomen kunnen worden.

Dijkversterking en rivierverruiming zijn allebei nodig. De effecten van rivier verruimende projecten worden meegenomen in de dijkversterkingsprojecten.

Bij een dijkversterking is het behoud van de ruimte voor de rivier een belangrijke randvoorwaarde: een dijkverbreding kan binnendijks (richting het dorp) alsook buitendijks (richting de Maas) plaatsvinden. Omdat we voor de veiligheid juist de waterstanden willen verlagen, moet het rivierbed openblijven. Daarom wordt in eerste instantie een binnendijkse versterking toegepast. Een buitendijkse versterking kan alleen als een binnenwaartse versterking niet mogelijk is. We zoeken dan in de directe omgeving naar compensatie door daar de dijk juist iets meer landinwaarts te leggen. Rijkswaterstaat ziet op handhaving van dit beleid streng toe.

We kunnen niet het hele rivierbed aan de rivier teruggeven, omdat we dan huizen buitendijks zouden moeten plaatsen. Daarom gaan we de dijken zover mogelijk terugleggen. Zo krijgt de Maas meer ruimte voor hoogwater. Wat niet met een dijkverlegging lukt, moeten we met rivierverruiming oplossen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanleggen van geulen. De minister heeft op basis van berekeningen vastgesteld dat het gaat om 20 hectare.