De aanleg van landbouwbuffers en dijkjes (dammetjes) op een landbouwperceel


Dijkje Thull

Hoe werkt het

Tijdens perioden met veel waterafvoer zorgen buffers, greppels en dijkjes ervoor dat water vertraagd wordt afgevoerd. Water wordt dus tijdelijk opgeslagen. Dit gebeurt bij voorkeur zo hoog mogelijk in het landschap, maar kan ook benedenstrooms, om ervoor te zorgen dat andere percelen of bebouwing minder hinder ondervinden van afstromend water. Buffers en dijken zorgen ervoor dat piekafvoeren worden afgezwakt en de benedenstroomse percelen niet naast de bui op het perceel ook nog afstromend water moeten bergen van hogerop. Kleine buffers of dijkjes kunt u zelf aanleggen. De perceelgrens is een voor de hand liggende locatie. Een (verzwaarde) aarden dam wordt in de stroombaan aangelegd. Afhankelijk van de grootte is het belangrijk om daarbij een noodoverloop en een leegloopvoorziening aan te leggen. Afwatering via een grasbaan of ondergrondse drainagepijp is aan te bevelen.

Effectiviteit

  • Waterkwantiteit: Buffers en dijkjes zijn effectief in het remmen en tijdelijk opslaan van Ook een ondiepe greppel op de contour kan op sommige plekken al een remmend effect hebben of het water afleiden naar andere plekken.
  • Waterkwaliteit: Doordat water geremd wordt, spoelen er ook minder nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen af, wat gunstig is voor de

Aandachtspunten

Let op waar en hoe u de landbouwbuffer aanlegt en hoeveel water erin/achter blijft staan. Denk ook na waar het water heen loopt wanneer er meer water valt dan dat de berging aankan. Gebruik perceeleigen grond let hierbij op de geldende regels over grondverplaatsing.
Let op: deze maatregel kan op een perceel NIET gecombineerd worden met de maatregelen strobalen en houten schotten.

Let op: Als u de maatregelen reeds in 2023 hebt aangelegd en subsidie hebt ontvangen, komt datzelfde perceel niet meer in aanmerking voor het komende teeltseizoen.

Voorwaarden

  1. Deze activiteit wordt uitgevoerd in het beheergebied van Waterschap Limburg en specifiek voor het gebied Zuid-Limburg.
  2. Het landbouwperceel heeft een hellingspercentage van minimaal 2%.
  3. De maatregel wordt voor tenminste 3 jaar in stand gehouden, ongeacht een eventuele eigendoms- of gebruikerswissel gedurende die periode.
  4. Realisatie van de activiteit vindt plaats rondom het zaaien/poten van het hoofdgewas, maar dient uiterlijk op 15 mei 2024 te zijn uitgevoerd en dient duurzaam in stand te worden gehouden tot en met minimaal 1 september van het laatste jaar.
  5. De dam is minimaal 50 cm hoger dan het maaiveld. Voor een talud geldt minimaal 1:1 – 1:2.
  6. De lengte van het object is minimaal 20 meter en maximaal 50 meter.
  7. De ligging van het object is onderaan de helling of ‘stroombaan’ in een landbouwperceel.
  8. De bodem van het object (de dam) dient altijd bedekt te zijn – ingezaaid met groenmengsel of gras. De meters waar u een vergoeding voor krijgt die niet ingericht zijn als dam, kunt u inzaaien met groenmengsel of op eigen risico de hoofdteelt toepassen.
  9. De aanleg van een waterbuffer of een dammetje op een landbouwperceel mag geen gevaar opleveren voor de omgeving.
  10. De subsidie kan slechts eenmalig per landbouwperceel worden aangevraagd. De maatregelen 1 t/m 3 (dammetjes, houten schotten en strobalen) kunnen niet gecombineerd worden op één landbouwperceel. Ze kunnen wel gecombineerd worden met de andere maatregelen indien u denkt dat er daarmee nog meer water vastgehouden kan worden of er een specifiek afstroompunt is dat u wilt voorkomen.
  11. De vergoeding wordt eenmalig uitgekeerd en berekend voor een periode van 3 jaar.

Subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt:

€ 10,- per strekkende meter met een minimum van 20 meter en een maximum van 50 meter per landbouwperceel per 3 jaar.

Let op: u kunt één landbouwbuffer of dam aanvragen per perceel.


Aanvragen

Uw aanvraag doet u via het subsidieportaal van Waterschap Limburg. Hier kunt u een account aanmaken, inloggen en namens uw organisatie een subsidieaanvraag indienen.