Oordeel integriteitscommissie: Geen sprake van integriteitsschending, maar veranderingen in de toekomst zeer gewenst


AB neemt aanbevelingen integriteitscommissie over en stelt per direct meldpunt in

Conclusie

De onafhankelijke integriteitscommissie van Waterschap Limburg heeft op 22 april het onderzoek afgerond naar grondtransacties in het Loobeekdal tussen Waterschap Limburg en Loonen c.s.
De conclusie van de integriteitscommissie is dat er gehandeld is binnen de kaders van het toenmalige grondbeleid van Waterschap Peel en Maasvallei.
Daarnaast constateert de integriteitscommissie dat de overeenkomst tussen Waterschap Peel en Maasvallei en Loonen c.s. eind 2016 na jaren van moeizame onderhandelingen onder hoge tijdsdruk door de aanstaande fusie tot stand is gekomen.

Deze tijdsdruk heeft naar de mening van de commissie geleid tot een verhoogd risico op een verminderd kritische blik op de uiteindelijke overeenkomst.

Deze omstandigheden hebben er volgens de commissie echter niet toe geleid dat er afwijkende financiële afspraken zijn gemaakt;

  • de gehanteerde grondprijzen voor verkoop van gronden van het waterschap aan Loonen c.s. zijn hetzelfde als gehanteerd in andere transacties in het project.
  • Ook de vergoedingen voor afwaardering van de gebruikswaarde van gronden zijn conform de daarvoor geldende normen overeengekomen.

De afwijking in de overeenkomst met Loonen c.s. betreft de omvang van de hectares grond die verkocht zijn aan Loonen c.s.  Deze afwijking viel echter binnen de bevoegdheid van het toenmalig bestuur van waterschap Peel en Maasvallei en daarmee is de overeenkomst legitiem tot stand gekomen.

Tijdens de vergadering waarin het onderzoek werd besproken, vroeg het Algemeen Bestuur om het instellen van een meldpunt waar men terecht kan met meldingen omtrent een mogelijke foute bestuurscultuur. Het adres is meldpuntbestuurscultuur@waterschaplimburg.nl. Het AB heeft het oordeel van de commissie overgenomen, maar de diverse fracties hebben diverse kanttekeningen geplaatst bij de morele integriteit van deze kwestie.

Portefeuillehouder Integriteit Arnold Jansen: “Deze onderzoeken zijn nooit prettig, maar ze zijn noodzakelijk als er ook maar enige twijfel bestaat over onze handelswijze. Het is goed te lezen dat er gehandeld is binnen de kaders van het toenmalige grondbeleid, maar we hebben duidelijk de bemerkingen en aanbevelingen van de integriteitscommissie tot ons genomen. Deze nemen we integraal over en we hopen met deze aanscherpingen nog transparanter te functioneren in de toekomst. Niet alleen met de omgeving, maar vooral ook vóór die omgeving.”

Feitenonderzoek en aanbevelingen

De integriteitscommissie oordeelt dat de transacties conform de toen geldende regels zijn afgehandeld. Daarmee is er geen sprake van een integriteitsschending. De integriteitscommissie maakt tegelijkertijd een aantal kanttekeningen bij de handelwijze van de waarnemend voorzitter, het dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie, met name de secretaris-directeur. Deze kanttekeningen hebben betrekking op het gehanteerde tempo, de transparantie gedurende het proces en het kritische vermogen dat gehanteerd is bij de beoordeling van de transacties. Deze kanttekeningen worden onderbouwd door constateringen in het feitenrelaas. dat door Hoffmann Fraude en Integriteit is uitgevoerd (link naar het feitenrelaas). Mede op basis van dit onderzoek geeft de commissie het waterschap aanbevelingen mee voor de toekomst. Deze zien vooral toe op het transparanter maken van de handelswijze van het bestuur bij  verkoop, grondruilingen, afwaardering van gronden en de inzet en handhaving van zakelijke rechten en/of kwalitatieve verplichtingen. Zo wordt er geadviseerd het zogenaamde “4-ogenprincipe” expliciet vast te leggen in een interne gedragscode, maar ook het instrument van onteigening wordt aangedragen om een zwakkere onderhandelingspositie in de toekomst te voorkomen. De volledige lijst van aanbevelingen die is opgenomen in het advies van de commissie kunt u in deze PDF terug vinden.

Deze aanbevelingen zijn met name gebaseerd op de mening van de integriteitscommissie dat, ondanks het feit dat er behalve de omvang van de grondtransactie geen aanleiding is om de overeenkomst te kwalificeren als buitengewoon, door de waarnemend voorzitter, dagelijks bestuur en secretaris-directeur onvoldoende gewicht is toegekend aan de bijzondere positie van de heer Loonen als bestuurder (wethouder grondzaken) van de gemeente Venray. De commissie is van mening dat hiermee onvoldoende is onderkend welke indruk zou kunnen ontstaan in de omgeving. Daarnaast is de commissie van oordeel dat, hoewel andere waterschappen ook geen extra processtappen lijken te kennen bij onderhandeling met gezagsdragers buiten het waterschap, deze extra stappen wel gewenst zijn en noodzakelijk voor transparantie naar de buitenwereld.

Het vervolg

Het Algemeen Bestuur van Waterschap Limburg heeft op 12 mei besloten alle aanbevelingen van de commissie integraal over te nemen. Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur op basis van deze aanbevelingen een aantal aanscherpingen per direct doorgevoerd. Ook komt er in het AB van 7 juli een implementatieplan dat beschrijft hoe de aanbevelingen van de integriteitscommissie op korte termijn vorm krijgen binnen Waterschap Limburg.

Portefeuillehouder Arnold Jansen:  “Dit onderzoek heeft ons inzicht gegeven in het verleden en daarmee ook lessen geleerd voor de toekomst. Dit had nooit op deze manier mogen gebeuren. De aanbevelingen van de commissie zijn stuk voor stuk waardevol en zullen ons helpen ons werk beter te doen.”