Veelgestelde vragen over werken met de gedragscode soortenbescherming
Bij Waterschap Limburg komen vragen binnen over onderhoud. Hieronder hebben we de tien meest gestelde vragen voor u op een rijtje gezet.
Ongedierte en ratten komen af op afval, zoals etensresten van mensen, vogelvoer en kippenvoer. Ze worden niet aangetrokken door planten of begroeiing.
De kans op wateroverlast verandert niet, omdat de begroeiing alleen blijft staan op plekken waar dat geen probleem is voor de waterafvoer.
Nee, particulieren of anderen mogen niet maaien in het gebied dat het waterschap beheert. Alleen organisaties of personen die een duidelijke, schriftelijke opdracht van het waterschap hebben gekregen mogen dit doen.
De vegetatie aan één kant blijft een jaar staan. De andere kant wordt gemaaid wanneer dat nodig is volgens de maaiplanning en met minimaal 6 weken tussen maaibeurten.
Op terreinen met waterbuffers blijft het hele jaar een klein deel van de planten staan. Het jaar daarna blijft een ander deel staan. Dit heeft geen invloed op hoeveel water er opgeslagen kan worden.
Op keringen wordt tussen 15 maart en 15 juli twee keer gemaaid: eerst de binnenkant en later de buitenkant. Tussen 15 juli en 15 maart wordt al het gras gemaaid dat nodig is voor de bereikbaarheid en inspectie van de kering.
Als dit nodig is voor het water of de natuur dan wordt er gemaaid. Net als voorheen gebeurt dit volgens de geplande maairondes in de maaiplanning.
Nee, we gebruiken alleen de klepelmaaier als dat volgens de gedragscode mag vanwege de veiligheid.
Waterschappen maaien zodat er het hele jaar door altijd een minimum hoeveelheid planten blijft staan. Deze planten vormen een goed leefgebeid voor veel verschillende planten en dieren. Er wordt niet per soort gekeken, maar naar het behoud van leefgebieden. Als het nodig is, worden er extra maatregelen genomen voor bepaalde soorten, zoals beschreven in de gedragscode soortenbescherming.
Een gedragscode is een juridisch instrument dat waterschappen gebruiken om geen aparte vergunning te hoeven aanvragen voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor planten en dieren. Volgens de Omgevingswet mogen waterschappen met een gedragscode bepaalde werkzaamheden doen, zoals onderhoud en beheer, zonder steeds een omgevingsvergunning aan te vragen. De gedragscode zorgt ervoor dat dit op een zorgvuldige en wettige manier gebeurt.
Vanaf 1 april 2025 gelden er nieuwe regels voor maaien. We werken volgens de onlangs nieuw vastgestelde gedragscodesoortenbescherming van de Unie van Waterschappen.
- We maaien niet altijd alles in één keer. Dat heet gefaseerd maaien. Door gefaseerd te maaien blijft er op sommige plekken pluksgewijs begroeiing staan.
- We maaien één kant van de oever. De andere kant blijft het hele jaar begroeid, ook in de winter.
- We maaien voor de zomer één kant van de kering (dijk). Ongeveer 6 weken later maaien we de andere kant van de dijk. In het najaar maaien we alles.
- Het maaisel leggen we op het onderhoudspad en blijft hier maximaal 4 dagen liggen.Het maaisel leggen we op het onderhoudspad. Alleen langs natuurbeken, keringen, waterbuffers, als er wordt geklepeld of beschermde soorten voorkomen, wordt het maaisel op de meeste locaties afgevoerd. Het maaisel blijft dan maximaal 4 dagen liggen.
- Klepelen is niet toegestaan, op een paar uitzonderingen na. Klepelen is niet toegestaan, we gebruiken alleen de klepelmaaier op basis van de in de gedragscode genoemde veiligheidsredenen. Klepelen is een vorm van maaien waarbij vegetatie fijn gemaakt wordt met roterende klepels.
Wandelpaden worden net als voorheen gemaaid.