Oplossingsrichtingen en maatregelen
Tijdens de verkenning onderzoeken we welke mogelijkheden er in de gebieden zijn om onze doelen te behalen. Er zijn namelijk verschillende oplossingsrichtingen mogelijk, die bestaan uit verschillende combinaties van bouwstenen. Deze bouwstenen zijn mogelijke maatregelen. Samen met de omgeving zijn verschillende oplossingsrichtingen in beeld gebracht. De kansrijke bouwstenen, zijn beschreven in onze Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en verder uitgewerkt naar diverse mogelijke ontwerpen. In de Milieueffectrapportage (MER) worden deze verder onderzocht. Op de hoogte blijven van dit proces? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.
Bij de start van de verkenning waren er al een aantal bouwstenen in beeld. Na inbreng vanuit de omgeving zijn de volgende bouwstenen mogelijk: aanleg nieuwe waterkering, aanleg nieuwe waterkering als contructie, bestaande waterkering versterken, bestaande waterkering verwijderen, korte hoogwatergeul, lange hoogwatergeul, ondiepe kwelgeul, diepe kwelgeul, maaiveldverlaging, verlaagde weg, brug, jachthaven verplaatsen, natuurontwikkeling langs de oevers, aanleg natuur.
In de voorverkenning zijn er voor elk gebied rivierkundige schetsen gemaakt. Deze rivierkundige schetsen gaan uit van wat voor de rivier de beste situatie zou zijn. Er zijn toen al een aantal oplossingsrichtingen uitgewerkt. In de eerste fase van de verkenning is er samen met betrokkenen gekeken naar deze oplossingsrichtingen. De oplossingsrichtingen die ook binnen onze kaders passen, beschrijven we in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Uiteindelijk willen we per deelgebied meerdere oplossingsrichtingen verder gaan onderzoeken in de Milieueffectenrapportage. Daarbij onderzoeken we de effecten op onder andere water, bodem en de leefomgeving. Daarnaast kijken we ook naar kosten en draagvlak.
In het beoordelingskader staat waar maatregelen aan moeten voldoen. Het beoordelingskader is onderdeel van de NRD.
In Nederland hechten we veel waarde aan het milieu en de omgeving. Om te voorkomen dat het milieu en uw omgeving te sterk worden aangetast bij grote infrastructurele projecten krijgen deze een volwaardige plek in de besluitvorming. Dit doen we met het instrument MER. Een MER brengt specifiek de milieugevolgen van een plan in beeld voordat tot besluitvorming wordt overgegaan. We onderzoeken de effecten op onder andere leefomgeving, lucht, water, bodem, landschap, geluid en gezondheid. Met de uitkomsten van de MER kunnen we de best mogelijke oplossing bepalen: de voorkeursbeslissing.
We hebben niet elk gebied nodig om onze doelstellingen te behalen. Het zou dus kunnen dat het uiteindelijk niet nodig is om in uw gebied maatregelen te treffen. Tijdens de verkenning gaan we met inwoners, ondernemers en andere betrokkenen de puzzel leggen en kijken wat de best mogelijke opties per gebied zijn. De stuurgroep beslist hier over.
Wel is duidelijk dat er sowieso aan beide zijden van de Maas maatregelen gaan komen, zodat zowel gemeente Venlo als gemeente Horst aan de Maas gaan profiteren van de kansen die dit project biedt.
Nee, hoewel er al wel wordt nagedacht over de invulling van de natuurdoelen, zijn er nog geen keuzes vastgelegd.
In sommige varianten die in het Milieueffectrapport (MER) worden onderzocht, zijn al fietspaden in de ontwerpen getekend. Het gaat specifiek om de varianten waarin de fietspaden mogelijk langs de dijk of in de uiterwaarden komen te liggen. Echter, er is nog geen definitieve keuze gemaakt.
Voor verbindingswegen en wandelpaden geldt dit niet. Deze worden op een later moment uitgewerkt.
In de voorverkenning zijn er voor elk gebied rivierkundige schetsen gemaakt. Deze rivierkundige schetsen gaan uit van wat voor de rivier de beste situatie zou zijn. Er zijn toen al een aantal oplossingsrichtingen uitgewerkt. In de eerste fase van de verkenning is er samen met betrokkenen gekeken naar deze oplossingsrichtingen. De oplossingsrichtingen die ook binnen onze kaders passen, beschrijven we in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD).
Inmiddels zijn de oplossingsrichtingen vertaald naar een aantal ontwerpen die verder onderzocht worden in ons Milieueffectrapport (MER). Daarin worden de effecten op onder andere water, bodem en de leefomgeving onderzocht. Daarnaast wordt gekeken naar kosten en draagvlak. In het najaar van 2025 organiseren we diverse bijeenkomsten om u bij te praten over dit MER: hoe komt het tot stand, wat staat er precies in en wat zijn vervolgstappen? Deze informatie kunt u tegen die tijd ook op deze webpagina vinden.
Om te voorkomen dat het milieu en uw omgeving te sterk worden aangetast bij grote infrastructurele projecten krijgen deze een volwaardige plek in de besluitvorming. Dit doen we met het instrument MER. Deze Milieueffectrapportage (MER) brengt specifiek de milieugevolgen van een plan in beeld voordat tot besluitvorming wordt overgegaan. We onderzoeken de effecten op onder andere leefomgeving, lucht, water, bodem, landschap, geluid en gezondheid. Met de uitkomsten van het MER kunnen we de best mogelijke oplossing bepalen: de voorkeursbeslissing.
In de afgelopen jaren hebben we inbreng uit de omgeving opgehaald. Deze inbreng is vervolgens gebruikt bij het aanscherpen van de oplossingsrichtingen. Dit is een continue proces geweest waarbij we uiteindelijk hebben kunnen bepalen welke oplossingsrichtingen we in het MER gaan zoeken. U vindt de ontwerpen die we in het MER gaan onderzoeken bij onze documenten.
We hebben ons ingezet om de afgelopen jaren zoveel mogelijk mensen en partijen te spreken. Die input hebben we afgezet tegen wat er (o.a. technisch en financieel) haalbaar is. Daar zijn de oplossingsrichtingen uitgekomen die we nu verder gaan onderzoeken. We hechten veel waarde aan de inzichten die we tijdens dit proces hebben opgedaan. Er zal dus geen nieuwe variant bij komen en de varianten die we nu hebben staan op hoofdlijnen vast.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is opdrachtgever van dit project. De stuurgroep bestaande uit bestuurders van alle samenwerkende overheden binnen Vierwaarden, adviseert het ministerie. De minister zal uiteindelijk beslissen over de uitkomst.
Het is nog niet bekend welk pakket aan maatregelen er uiteindelijk komt. Hiervoor gaan we in de verkenningsfase mogelijke oplossingsrichtingen naast elkaar leggen, waarin zowel waterveiligheid, natuur en landschap, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit verbeterd worden. Dankzij het beoordelingskader en de voorverkenning hebben we wel al een aardig beeld van de mogelijke oplossingsrichtingen. Samen met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden gaan we het mogelijke pakket aan maatregelen onderzoeken.
We willen de gebieden veiliger, mooier en duurzamer achterlaten voor iedereen. Project Vierwaarden is een project met verschillende doelen. Hiervoor willen we zorgvuldig afwegingen maken en dat kost tijd. Door alle mogelijkheden goed te onderzoeken kunnen wij tot het beste plan komen. Tot die tijd hebben wij in beeld wat de zwakke plekken zijn in de dijken. Er is een stappenplan gemaakt om hier tussentijds op te kunnen anticiperen wanneer sprake is van hoogwater.
Aan het eind van de verkenningsfase wordt een voorkeursbeslissing genomen. Daarin geven we aan wat het beste pakket aan maatregelen is voor het hele gebied. Zoals het er nu naar uitziet, wordt deze voorkeursbeslissing begin 2026 genomen. Bekijk onze projectpagina voor de meest actuele planning.
In de voorkeursbeslissing wordt aangegeven welke specifieke maatregelen waar worden genomen. Hierin wordt bijvoorbeeld ook aangegeven welk type dijk wordt aangelegd. De exacte berekeningen volgen daarna.
Na de verkenningsfase, start de planuitwerkingsfase. Naar verwachting start daarna in 2029 de uitvoeringsfase waarin we de werkzaamheden gaan uitvoeren.
Volgens de huidige planning start de realisatiefase in 2029. De ervaring leert dat in elk deelgebied ongeveer drie jaar gewerkt wordt. Op die manier kunnen de werkzaamheden goed en zorgvuldig uitgevoerd worden.
Bij de verdere uitwerking van de plannen wordt ook gekeken naar eventuele hinder in het gebied. We proberen hinder altijd te minimaliseren. Daarnaast gaan we waar nodig in gesprek met individuele bewoners en bedrijven over maatwerk.
De dijk in Velden wordt 80 centimeter tot één meter hoger. De dijk in Venlo-Noord wordt tussen 1,3 en 1,5 meter hoger.
De dijken in Lottum en Grubbenvorst zijn aangelegd onder een minder strenge norm en zijn dus minder hoog. Uit onderzoek blijkt dat ze voldoen aan de nieuwe normen.
De maatregelen van dit project kunnen gevolgen hebben voor de landbouwgrond. Zo zou het kunnen dat landbouwgrond buitendijks komt te liggen, waardoor het vaker overstroomt. De grond kan daarnaast worden verlaagd (afgegraven) voor rivierverruiming, waardoor de grond voor landbouw onbruikbaar wordt. Ook zou het kunnen dat landbouwgrond nodig is voor de ontwikkeling van natuur.
In het hele project proberen we via participatie de belangen van de inwoners, ondernemers en andere organisaties in de omgeving goed in het vizier te krijgen. Ook waar het gaat om eventuele gevolgen voor landbouwgrond zullen we uiteraard daarover het gesprek met de betreffende agrariër aan gaan.
Als er zand vrijkomt, willen we dit zoveel mogelijk hergebruiken binnen het project. Dit draagt ook bij aan onze ambitie voor duurzaamheid. Wanneer zand niet binnen het project hergebruikt kan worden, wordt via een businesscase bepaalt waar het zand naartoe gaat.