Vijf organisaties slaan handen ineen om Zuid-Limburgse graften te beschermen

Gepubliceerd op 18 maart 2019

Graften

Waterschap Limburg, agrarisch collectief Natuurrijk Limburg, Bond Heemschut Limburg, Staatsbosbeheer en Vereniging Nederlands Cultuurlandschap slaan de handen ineen om de graften in Zuid-Limburg te beschermen, met als doel de wateroverlast te verminderen en landschap, cultuurhistorie en biodiversiteit te versterken.

De organisaties gaan dit voorjaar gezamenlijk de graften in Zuid-Limburg inventariseren en maken een quickscan om inzicht te krijgen in de staat waarin de graften verkeren. Ook komt er een overzicht van locaties waar nieuwe graften kunnen worden aangelegd om wateroverlast te voorkomen.

Waterremmende maatregel

Het initiatief sluit aan bij de wens van Waterschap Limburg om samen met de landbouw te werken aan een goede beheerregeling voor bestaande graften en -waar dat nodig en mogelijk is- samen met de landbouw en terreinbeheerders nieuwe graften aan te leggen. Vooruitlopend daarop wordt het rijk gevraagd om een bijdrage voor zo’n tien kilometer aan graften als waterremmende maatregel. Graften kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van wateroverlast op landbouwgrond. Op enkele plaatsen waar graften afgelopen decennia zijn verdwenen, stroomt regelmatig vruchtbare grond van de Zuid-Limburgse plateaus naar de lager geleden dalen. Die wateroverlast wordt versterkt door de extremer wordende regen. Destijds kon onvoldoende rekening worden gehouden met het veranderend klimaat.

Goed beheer

Goed beheer, herstel en nieuwe aanleg van graften is noodzakelijk als waterremmende maatregel, zo vinden de vijf organisaties. Extra graften zijn ook belangrijk voor meer biodiversiteit en versterking van de cultuurhistorie. De organisaties vinden het echter cruciaal en niet meer dan redelijk dat boeren en natuurorganisaties beloond worden voor het beheer van graften.

Kwetsbare bodem

In de lössgebieden van Nederland, de Veluwezoom, het Rijk van Nijmegen en Zuid-Limburg komen dikke lösspakketten voor die de bodem extra kwetsbaar maken voor erosie. Daarom lieten boeren sinds mensenheugenis erosiegevoelige steile hellingen bebost. Ze leerden dat de grond anders zou wegspoelen. Toen de bevolking toenam en de voedselvoorziening moest meegroeien, zijn veel hellingen toch in cultuur gebracht. Door de aanleg van terrassen en door parallel aan de hellingen te ploegen, beperkten boeren de erosie tot een minimum. De moderne landbouw stelt andere eisen aan het landgebruik. Door te investeren in niet-kerende grondbewerking heeft de landbouw tot op heden al een bijdrage geleverd in de wateroverlast. Partijen zijn echter van mening dat door de klimaatverandering er nog veel werk aan de winkel is. Graften kunnen hier een bijdrage aan leveren.